dinsdag 21 juli 2015

Verwacht het onverwachte

Muisstil zit ik aan het scherm gekluisterd. Het zou thans gezellig moeten lopen: half wakker, straffe kop koffie en de krant bij de hand. De Standaard, niet toevallig de standaard immers? Hoewel. 
Daar het zondag is én er dus geen nieuwe krant is, ga ik eens de uitdaging aan om het onverwachte te ontdekken op de website. Crevits verschijnt op het scherm. Als onderwijzer haal je er zo’n artikel even eerst uit. Selecteren. Elk wezentje doet het. 
Maar al gauw word ik er stil van. Niet zo zeer omwille van de inhoud van het artikel. Noch omdat er een taalfout in zou staan, want wie mij kent weet dat dat best gevoelig ligt. Neen, ik beslis even om de ‘reacties’ onder het artikel te lezen. Kinderarbeid? Slavernij? Neuken met moslimvriendjes? Ik kan me moeilijk voorstellen dat deze reacties onder het juiste artikel staan. De hartslag neemt toe. Jawel, dit zijn reacties van mensen die het artikel hebben gelezen. Ik beslis om het artikel via de mededelingen van Facebook te volgen. Nog niet beseffend dat het de start van een dag op hete kolen zal worden. 

Een vrouw reageert met de verwijzing naar kinderarbeid. Ik kan het niet laten en frustreer me vooreerst over de taalfouten. Jawel, best voorspelbaar van me, maar geef toe…wanneer je een reactie plaatst én je mening wil uiten, vormt een goed geschreven argument dan niet de potgrond voor jouw mening? Facebook is een sociaal gegeven en het is best knap dat een krant haar publiek de kans geeft om reacties te plaatsen. Dat dit kan zonder enige controle, is het teken dat er vertrouwen is in het publiek en vrijmeningsuiting een belangrijk gegeven is. Dat vraagt lef. Maar het is dus niet zozeer de mening van deze vrouw die me ergert. Ik vind het net heel fijn dat we allen een eigen gedacht vormen. Ik kan het echter niet laten te piepen op het profiel van deze vrouw. En het is dan dat manlief de lucht in springt wanneer ik met volle vuist de rust aan de ontbijttafel verstoor. Een kinderverzorgster! Met duidelijke vermelding van werkplek. 
Dit even objectief bekijkend (hoewel ik nu al heel wat mensen hoor denken “daar is ze weer, de juf”): een kinderverzorgster beslist dat het inzetten van studenten via praktijk kinderarbeid is, doet dit met heel wat schrijffouten én dit alles met een volledig openbaar profiel? Het is één van de vele hete kolen vandaag, want terwijl ik hierbij stil sta en de rust even terugkeert aan tafel, loopt de ene reactie na de andere binnen. Woede maakt al snel plaats voor teleurstelling. Ongerustheid treedt nadien op én zal op het eind van de dag het overheersend gevoel blijken te zijn. 


Woede. Ken je de stelling dat elke zinloze discussie eindigt met het vermelden van het nazisme?* Wanneer de woede de overhand neemt is dit nog niet het geval. Maar iemand uit alvast een eerste stap: “De minister zou zich maar beter eens goed laten neuken door haar moslimvriendjes”. Ik slik en bedenk net dat woede geen plaats hoort te krijgen. We zijn immers allemaal gekleurd door onze ervaringen. Deze reactie is duidelijk ééntje van iemand met een rugzakje vol frustraties jegens het bestuur van België. Ik laat dit dan ook los, wanneer ik merk dat de man in kwestie op meerdere reacties zijn mening op net dezelfde wijze uit. Alleen gaat het al eens om voorstellen of artikels met verwijzing naar andere ministers. Hierbij stilstaan heeft geen waarde. De man heeft duidelijk de verkiezingsuitslag nog niet naast zich neergelegd.
Het is echter verontrustend niet? Een “gesprek” tussen volwassen wezentjes start over de mogelijkheid om studenten ervaring te laten opdoen bij de opbouw van hun school én al snel volgen begrippen als “slavernij, moslimvriendjes, uitbuiting,…”. 

Ik hoop ten zeerste dat ik niet het enige wezentje ben die dit best verontrustend noemt? De rest van de dag blijf ik de reacties volgen. Wetende dat dit een verloren dag wordt.

* Wet van Godwin

zondag 4 januari 2015

Survivaltip: wandelen in De Bourgoyen


Met drie waren ze!
Drie wezentjes die meteen de aandacht trokken tijdens een wandeling door De Bourgoyen.
Een wandeling als afsluiting van een geslaagde vakantieperiode.
Drie. Geen drie ganzen, neen. Deze wezentjes trokken de aandacht niet omwille van hun knappe veren of zachte vacht. Noch omwille van hun gekletter of gefladder.
Drie wezens. Drie wandelende mensenwezentjes vonden een fijne rustplaats tijdens het stappen.
Een rustige bank aan het water. Een rustige natte bank aan het water.
Spontaan haalden ze elk uit hun jaszak een plastic zakje. Geen hond te bespeuren echter, doch een natte bank. Met een grote soepelheid spreidden ze hun zakjes over de bank en na enige discussie over wiens zakje de grootste oppervlakte had, gingen ze op het bankje zitten. Gerustgesteld en genietend. De zitvlakken netjes droog.
Je moet er bij het vertrek thuis maar aan denken! Dus bij deze voegden wij spontaan een plastic zakje toe aan onze basisuitrusting voor komende wandeling! ;-)


zaterdag 13 december 2014

"Er leeft een vuurspuwende draak in mijn garage!"


"Er leeft een vuurspuwende draak in mijn garage!"

Stel dat ik heel serieus zo'n stelling naar voren breng.
Jij zou zoiets dan natuurlijk willen verifiëren, de waarheid ervan voor jezelf vaststellen. Er zijn namelijk alle eeuwen door ontelbare drakenverhalen geweest, maar men heeft nooit echte bewijzen voor hun bestaan op tafel gelegd.
Wat een gouden gelegenheid hebben we nu!

"Laat me hem eens zien.", zeg je, en ik laat je dan mijn garage zien.
Je kijkt erin en ziet een ladder, wat lege verfpotten, een oude driewieler -maar geen draak.
"Waar is de draak?", vraag je.
"O, die is precies op deze plaats.", antwoord ik, en ik spreid mijn handen vaag uit in alle richtingen. "Ik vergat te vermelden dat de draak onzichtbaar is."
Je stelt voor dat we meel op de grond strooien om de voetstappen van de draak te registreren.
"Zou op zich een goed idee zijn", zeg ik, "maar deze draak zweeft in de lucht."
Dan zul je aankomen met een infrarood-sensor om het onzichtbare vuur waar te nemen.
"Zou op zich een goed idee zijn, maar het onzichtbare drakenvuur is ook zonder hitte."
Welnu, dan kom je met een spray-bus om de draak daarmee voor de dag te halen.
"Zou op zich een goed idee zijn, maar de draak is onstoffelijk en de verf zal er dus niet aan blijven kleven."
Enzovoort, enzovoort.
Ik heb op iedere test die je maar uitvindt een uitleg waarom deze methode niet werkt.
Welnu, wat is het verschil tussen een onzichtbare, onstoffelijke, zwevende draak die vuur spuwt zonder hitte en een draak die helemaal niet bestaat?

Indien met geen mogelijkheid mijn stelling bewezen kan worden, er niets verzonnen kan worden met behulp waarvan we de stelling kunnen verwerpen, wat voor betekenis heeft het dan te zeggen dat draken bestaan?
Het feit dat men de stelling op geen enkele manier kan weerleggen betekent nog niet dat de stelling dus bewezen is.
Beweringen die niet getest kunnen worden, stellingen die immuun voor weerlegging zijn, zijn wat hun waarheid betreft waarde-loos, zonder enige waarde, hoezeer ze ons ook mogen inspireren en een gevoel van ontzag schenken. Waar het op neer komt is dat ik je uitnodig om iets op mijn woord te geloven, zonder enig bewijs. Het enige wat je werkelijk kan concluderen uit de overtuiging dat ik een draak in mijn garage heb, is dat er zich iets vreemds afspeelt in mijn hoofd.

Je zult je afvragen hoe ik op zo'n vreemde gedachte ben gekomen. De mogelijkheid dat ik een droom gezien heb of last heb van hallucinaties zou meteen onder ogen gezien moeten worden. Maar in dat geval, hoe verklaar je dat ik hier zo uiterst serieus mee bezig ben? Wie weet heb ik hulp nodig. Op z'n minst zou je je kunnen afvragen of ik er geen idee van heb dat mensen wel eens falen in hun redeneringen en waarnemingen.

Stel nu dat je ondanks alle onsuccesvolle pogingen de zaak te testen tóch open blijft voor de mogelijkheid dat de stelling waar zou kunnen zijn. Je komt niet met de klinkklare conclusie dat het onzin is dat er een vuurspuwende draak in mijn garage huist, maar laat de zaak vooralsnog open voor eventueel nader onderzoek later. Hoewel huidig onderzoek niets oplevert zou er in de toekomst iets gevonden kunnen worden waardoor de stelling wél overtuigend bewezen zou kunnen worden. In dat geval zou het echt unfair zijn als ik me beledigd zou voelen dat je mijn stelling niet meteen aanneemt. Ook zou het onjuist zijn als ik je zou uitmaken voor iemand die willens en wetens negatief wil zijn of geen voorstellingsvermogen heeft.

Stel dat het anders was gelopen. De draak is inderdaad onzichtbaar, maar het lopen van de draak kan opgemerkt worden via zichtbare voetstappen in het uitgestrooide meel. Je infrarood-sensor slaat uit naar het maximum. De sprayverf laat een gekartelde ruggengraat zien zwevend in de lucht. Hoe sceptisch je ook geweest zou mogen zijn ten aanzien van het bestaan van draken -laat staan ten aanzien van onzichtbare draken-, je zult nu toegeven dat er 'iets' is, en dat het verdraaid goed overeenkomt met de beschrijving van een onzichtbare vuurspuwende zwevende draak.

Nu weer een ander scenario: stel dat ik niet de enige ben. Stel dat je een hoop bekenden hebt, ook mensen die elkaar in het geheel niet kennen, die allemaal vertellen draken in hun garage te hebben- maar in alle gevallen lopen onderzoekingen uit op iets volslagen ongrijpbaars. We zullen dan allemaal toegeven dat het zeer verwonderlijk is dat velen in de ban zijn van zulke vreemde, onbewijsbare opvattingen.
Niemand van je bekenden is gek. Je zou je afvragen in wat voor wereld we zouden leven indien iedereen ervan overtuigd was dat onzichtbare draken zich overal ter wereld zich schuilhouden in de garages van mensen. Ik moet u zeggen dat ik liever leef in een wereld zonder, maar wie weet waren al die oude Chinese en Griekse verhalen over draken dan toch geen mythen...

Gelukkig, eindelijk krijgen we een rapport: drakenvoetstappen zijn ergens concreet gesignaleerd. Maar de voetstappen worden nooit gesignaleerd wanneer een ongelovige erbij is. Er dient zich dus een andere mogelijkheid aan: bij nader onderzoek is het duidelijk dat het hier om vervalsingen gaat. Maar er verschijnt weer zo'n drakenenthousiast; hij laat z'n verbrande vinger zien en wijt dit aan een zeldzame lichamelijke verschijning van een vuurspuwende draak. Maar alweer, er dienen zich andere mogelijkheden aan. We beseffen meteen dat men zijn vingers ook op andere manieren kan verbranden dan via de vuurspuwende vlammen uit een drakenmond.

Hoezeer de aanhangers van draken zich ook op deze "bewijzen" vastbijten, ze is verre van overtuigend. En zo kunnen we weer de zaak openlaten voor eventueel toekomstig bewijsmateriaal, en intussen kunnen we weinig anders doen dan ons afvragen wat toch de oorzaak kan zijn dat mensen die ogenschijnlijk met gezonde rede, collectief door het leven gaan met zulke waandenkbeelden.